waarschootstof

WAT IS WAARSCHOOTSTOF?


een veelgeprezen geweven stof ...


De naam verwijst naar de historische

waar°schoot°stof (het, geen meervoud)

synoniemen: waarschootslaken, waarschoots goed, fabrieke


" Ooit vormde Waarschoot hét textielcentrum van de regio. Arbeiders pendelden hierheen om te werken in een van de talrijke textielfabrieken van het dorp. Wat vandaag nog rest zijn oude fabrieksgebouwen, overblijfselen van de textielproductie, de namen en architectuur van arbeiderswijken, de verhalen van voormalige werknemers. Opdat dit industrieel erfgoed niet verloren zou gaan, verenigden verschillende enthousiastelingen zich sinds het najaar van 2017 in een werkgroep. Wat hen bindt is de liefde en de fascinatie voor de Waarschootse industriële geschiedenis in al zijn facetten. Onder de naam “Waarschootstof” wil de werkgroep het plaatselijke textielverleden doen herleven en de toekomst van het erfgoed verzekeren.


De naam Waarschootstof is goed gekozen: het verwijst naar het historische waarschootstof, de benaming van een weefprocedé uit de achttiende en negentiende eeuw. De naam is onlosmakelijk verbonden met Waarschoot, maar de stof zelf kende een veel ruimere verspreiding.


Sinds het eerste kwart van de zeventiende eeuw ontspon zich een levendige linnenindustrie in het nog rurale Waarschoot. Het traditionele Waarschootse lijnwaad was goedkoop, cru, zelden gebleekt, ongekleurd en grauw. De stof was doorgaans zwaar en grof. In het hart van het Meetjesland hadden wevers de vaardigheid om gemengde stoffen te weven. Vanaf 1740 vervaardigden wevers flanellen stoffen in of voor de plaatselijke wol- en lijnwaadmanufactuur van Waarschotenaar Georgius Baudts: de weefsels bestonden uit een schering van linnen en een inslag van wol. Baudts zou voornamelijk coating, baai en vlamink hebben vervaardigd. Coating en baai waren dikke en grofwollen weefsels, voornamelijk door de gewone man gedragen. Vlamink was de verzamelnaam voor gemengde stoffen, ongeacht de gebruikte grondstoffen.


Door de faam van goedkope, gemengde stoffen was de eenvoudige en commerciële weeftechniek tot ver buiten de parochiegrenzen als waarschootstof gekend. "


fragment uit ons boek 'Waarschootstof', gepubliceerd in 2019


EEN RIJK TEXTIELVERLEDEN VERANKERD IN HET DORP


Waarschoot wordt, ook op vandaag, nog steeds gekenmerkt door zijn textielverleden én heden!


Een geschiedenis die al meer dan 160 jaar aanwezig is in het dorp. Iets om heel trots op te zijn vinden wij!


" In Waarschoot eet men geen appelflappen. Waarschotenaren noemen een appelflap namelijk een “schietspoel”: naar het werktuig waarmee wevers inslagdraden door de kettingen joegen. Zelf werden de Waarschotenaren door negentiende-eeuwse streekgenoten bedacht met de bijnaam “katoenbijters” of “katoenknauwers”.


Want de inwoners van toen leefden van de textielindustrie, zelfs in die mate dat de katoenstof als het ware tot het dagelijkse menu behoorde.
Waarschoot en de katoennijverheid: beiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voor Waarschoot betekende de industrie een immense bron van werkgelegenheid en tevens de ontplooiing tot een levendige en verstedelijkte gemeenschap. Ook de Belgische textielsector vaarde er wel bij, want de Waarschootse weverij zorgde onder meer voor een boost in productiviteit en een ongeziene concurrentieslag in loonvorming. De wortels van het rijke plaatselijke textielverleden dringen door tot de lijnwaadindustrie van vele eeuwen geleden. Sinds de reconversie naar de katoenweverij zette het dorp zich helemaal op de kaart en is het voor ons een uitgelezen en unieke historische casus. Waarschoot was sinds de tweede helft van de negentiende eeuw een onovertroffen textielcentrum, (nog) veel meer dan de omringende dorpen, dat dieper doordrongen was van de textielproductie dan bijvoorbeeld de naburige centrumstad Eeklo - die overigens meer op wol en jute was gericht.


Hoewel het dorp nog steeds een actieve textielfabriek telt (B&T Textilia) - een zeldzaamheid, zeker in dit deel van België - is Waarschoot al lang niet meer het katoenbastion dat het tot enkele decennia geleden was. Toch zijn nog heel wat tastbare sporen bewaard die het industriële verleden heeft nagelaten. Het landschap bevat verschillende fabriekselementen, relicten van textielproductie en zelfs een zeldzame onaangeroerde arbeiderswijk. De expertise rond interpretatie en kennis over dit industrieel erfgoed verdwijnt helaas hand over hand.
Daarom is het de hoogste tijd om de textielproductie van vroeger en nu tastbaar te maken, om de verhalen die de plaatselijke en regionale textielgeschiedenis uitmaken te inventariseren en te bewaren, en om het delicate bouwkundig erfgoed te valoriseren."


fragment uit ons boek 'Waarschootstof', gepubliceerd in 2019